Nieuws
Aanpassing stikstofbemestingsrichtlijnen zaaiuien en 2e-jaars plantuien nodig
De stikstofbemestingsrichtlijn voor zaaiuien behoeft een differentiatie naar grondsoort en bewaarduur en die voor 2e-jaars plantuien naar grondsoort en vroegheid van het ras. Hiervoor is nader onderzoek nodig. Dit blijkt uit een deskstudie die WUR en Delphy in opdracht van BO Akkerbouw hebben uitgevoerd naar de gewenste actualisatie van de N-bemestingsrichtlijnen voor zaaiuien en 2e-jaars plantuien.
Zaaiuien
Omwille van de hardheid van zaaiuien is een differentiatie van de N-bemestingsrichtlijn gewenst naar zaaiuien die zijn bestemd voor afzet (kort) na oogst (vóór januari) of voor langere bewaring. De richtlijn voor de lange bewaring moet dan bovendien worden gedifferentieerd naar ras. Verder is een differentiatie naar grondsoort gewenst.
De N-bemestingsrichtlijn voor zaaiuien à 175 kg N per ha is afgeleid uit proeven op kleigrond voor uien die niet of kort worden bewaard. In praktijk wordt ervaren dat deze gift te hoog is voor de lange bewaring van uien. Het zou de huidvastheid en hardheid van de uien nadelig zou beïnvloeden, resulterend in meer kale uien en zachtere uien na bewaring. WUR en Delphy hebben de beschikbare, openbare onderzoeksgegevens en praktijkervaringen hierover op een rij gezet. De hoogte van de stikstofgift heeft in het traject 120 tot 180 kg N per ha naar verwachting een gering effect op het percentage kale uien en het effect op de hardheid van de uien na lange bewaring verschilt per ras. Ras en oogsttijdstip hebben sterker effect op de huidvastheid dan de hoogte van de N-gift en ook heeft ras meer effect op de hardheid dan stikstof.
Uit praktijkervaringen van Delphy blijkt dat verder de zwaarte van de grond van invloed is op de optimale N-gift voor lange bewaring van zaaiuien: op kleigrond met meer dan 20% lutum wordt een wat lagere N-gift aanbevolen dan op de lichtere kleigrond.
De laatste jaren breidt het areaal uien sterk uit naar zand- en lössgrond. Op deze gronden wordt de N-bemestingsrichtlijn als (te) hoog ervaren.
Tweedejaars plantuien
De N-bemestingsrichtlijn voor 2e-jaars plantuien is slecht onderbouwd en niet meer actueel. Uit praktijkervaringen van Delphy blijkt dat de N-behoefte van vroegere rassen iets lager is dan van latere rassen. Verder breidt het areaal plantuien zich van de kleigronden uit naar zand- en lössgronden. Ook hier moet worden nagegaan in hoeverre de optimale N-gift verschilt per grondsoort.
Vervolgonderzoek
Er zijn te weinig proefresultaten beschikbaar om de voornoemde differentiatie voor zaaiuien naar grondsoort, bewaarduur en ras goed te kunnen onderbouwen. Daarvoor is nader onderzoek gewenst. Ook de onderbouwing naar vroegheid van het ras en grondsoort bij 2e-jaars plantuien vraagt om nader onderzoek. De onderzoeksvragen zijn onder de aandacht gebracht van het Uien Innovatie en Kennis Centrum (UiKC) om dit verder op te pakken.
Klik hieronder voor het rapport ‘Actualisatie N-bemestingsrichtlijnen zaaiuien en 2e-jaars plantuien; Gewenste actualisatie en inventarisatie van beschikbare onderzoeksinformatie’:
Rapport deskstudie N-actualisatie uien
Klik hieronder voor het rapport ‘Onderbouwing en actualiteit N-bemestingsrichtlijnen akkerbouw’:
Rapport onderbouwing + actualiteit N-richtlijnen
Meer informatie: Willem van Geel (willem.vangeel@wur.nl) en Luc Remijn (L.Remijn@delphy.nl)