Fysische metingen

Een bodem met goede fysische eigenschappen is zo opgebouwd dat er zowel kleine als grote poriën aanwezig zijn. In de kleine poriën wordt het vocht vastgehouden en de grote poriën zorgen voor voldoende toevoer van lucht en voor de afvoer van overtollig water. Daarnaast is het van belang dat groeiende wortels niet te veel weerstand ondervinden in de bodem, zodat zich een wortelstelsel kan ontwikkelen dat voldoende water en nutriënten uit de bodem op kan nemen.

Een ideale bodem bestaat voor de helft uit poriën en voor de helft uit vaste bodemdeeltjes. De verdeling tussen de bestanddelen in een ideale bodem is globaal weergegeven in volgende figuur. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen minerale delen (klei, zand, silt, etc.), organische stof (os), lucht en water.

taart.jpg

Metingen aan de fysische bodemkwaliteit zijn vaak gericht op het opsporen van eventuele knelpunten, zoals verdichte lagen. Het opsporen van verdichte lagen kan heel kwalitatief worden gedaan, door middel van het graven van een profielkuil, of meer kwantitatief, door het meten van de indringingsweerstand met een penetrometer.

Meer infomatie