Nieuws

Dierfokkerij en de EU ABS Verordening

Gepubliceerd op
7 december 2021

Fokkerijbedrijven, boeren en hobbyfokkers gebruiken dieren en dierlijk reproductiemateriaal in hun fokprogramma’s, waarbij de dieren en het materiaal soms uit het buitenland komen. Wanneer vallen hun activiteiten onder de EU ABS Verordening? We kijken naar de ABS-wetgeving over het fokken van dieren in de EU.

Bij het bepalen of het fokken van dieren onderworpen is aan regels voor toegang en verdeling van voordelen, is het belangrijk om te bepalen of de fokactiviteiten onder het toepassingsgebied van de EU ABS Verordening (Verordening (EU) 511/2014) vallen. De herziene EU Leidraad helpt bij het beantwoorden van deze vragen door aanvullende informatie te geven over het toepassingsgebied van de EU ABS Verordening, over wat gezien wordt als gebruik, en over welke gebruikersverplichtingen van toepassing zijn. In alle gevallen kunnen de nationale ABS-regels van het land van levering van toepassing blijven, evenals veterinaire en andere toepasselijke regelgeving.

Toepassingsgebied van de EU ABS Verordening

De EU ABS Verordening kan alleen van toepassing zijn wanneer voldaan wordt aan al deze drie voorwaarden:

  1. toegang tot de genetische bron is verkregen op of na 12 oktober 2014;
  2. de genetische bron is afkomstig uit een land dat, op het moment dat toegang verkregen wordt, Partij is bij het Nagoya Protocol en relevante toegangswetgeving heeft; en
  3. er vindt onderzoek en/of ontwikkeling van de genetische en/of biochemische samenstelling van de genetische bronnen binnen de EU (‘gebruik van genetische bronnen’).

Als aan alle drie voorwaarden is voldaan, vallen uw activiteiten met genetische bronnen mogelijk onder het toepassingsgebied van de Verordening. Fokdieren en dierlijk reproductiemateriaal (bijvoorbeeld sperma, embryo’s of eieren) worden beschouwd als genetische bronnen, omdat zij functionele eenheden van de erfelijkheid bevatten.

Meer informatie is te vinden in de artikels ‘EU ABS Verordening: binnen of buiten het toepassingsgebied?’ en ‘Wanneer word ik als gebruiker beschouwd onder de EU ABS Verordening?’.

Gebruik van genetische bronnen bij de fokkerij

In de zin van de EU ABS Verordening betekent gebruik van genetische bronnen in dierfokkerij onderzoek en ontwikkeling naar de genetische en/of biochemische samenstelling van de fokdieren en/of hun nakomelingen. Hieronder worden diverse voorbeelden gegeven van voorbeelden die vallen onder gebruik en activiteiten die daar niet onder  vallen. De tekst tussen haakjes achter de voorbeelden verwijst naar de relevante secties van de herziene EU Leidraad.

Voorbeelden van activiteiten die vallen onder gebruik

  • Het fokken van dieren waarbij sprake is van kruising en selectie met het oog op verbetering of wijziging van de eigenschappen van gevestigde rassen en variëteiten (Bijlage II sectie 8.1).
  • Wetenschappelijk onderzoek naar de genetische achtergrond van specifieke kenmerken in fokdieren om te analyseren welke genen, gencomplexen of regulerende sequenties en mechanismen een rol spelen bij de expressie ervan (Bijlage II sectie 6.2).
  • De verbetering van dieren door middel van genoomediting, aangezien deze het resultaat is van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten met betrekking tot de genetische en/of biochemische samenstelling van de betrokken genetische bronnen (Bijlage II sectie 8.3).

Voorbeelden van activiteiten die niet vallen onder gebruik

  • Verwerving van dieren door boeren voor uitsluitend directe productiedoeleinden (bijvoorbeeld melk of wol), zonder fokken of andere vormen van onderzoek en ontwikkeling (Bijlage II hoofdstuk 2).
  • Handel, overdracht en uitwisseling van fokdieren, zolang hier geen sprake is van onderzoek en ontwikkeling (Bijlage II hoofdstuk 5).
  • Kruising en selectie van fokdieren met het oog op de instandhouding en bewaring van zeldzame of traditionele rassen en variëteiten. Er vindt geen verbetering van het ras door selectie voor gewenste eigenschappen plaats, aangezien het enige doel ervan is het voortbestaan van de soort of populatie veilig te stellen. Dit omvat ook fokprogramma’s voor dierentuinen. Wanneer de activiteiten echter kruising en selectie met het oog op verbetering of wijziging van de eigenschappen van gevestigde rassen en variëteiten omvatten, worden deze activiteiten als gebruik beschouwd (Bijlage II hoofdstuk 5 en sectie 8.1).
  • Indeling/identificatie van rassen en stamboomtests, aangezien er geen specifieke genetische en/of biochemische eigenschappen worden ontdekt. Dit omvat rasidentificatie door het analyseren van morfologische en moleculaire kenmerken en DNA-sequentiegegevens (Bijlage II sectie 6.1).
  • Ontwikkeling en toepassing van reproductietechnologieën (bijvoorbeeld in vitro-fertilisatie en het seksen van sperma). Als voor de ontwikkeling echter onderzoek nodig is naar de genetische en/of biochemische samenstelling van dieren van de betrokken soort, wordt dit gezien als gebruik (Bijlage II sectie 8.2).

Door de EU erkende stamboeken

Als fokker kan het nuttig zijn om deel te nemen aan een fokprogramma dat wordt geleid door een officieel erkende stamboekvereniging of -fokkerijgroepering in de EU. De producten (nakomelingen) van dierfokkerij vallen mogelijk buiten het toepassingsgebied van de EU ABS Verordening. Nadat een product in een stamboek van een officieel door de EU erkende fokkerij-organisatie als nieuwe lijn of nieuw ras wordt geregistreerd (volgens Verordening (EU) 2016/1012), wordt het gezien als een nieuwe genetische bron en valt het latere gebruik van dit product in de dierfokkerij niet onder het toepassingsgebied van de EU ABS Verordening. Echter kan het fokken van deze producten wel onder de EU ABS Verordening vallen (Bijlage II sectie 8.6).

Passende zorgvuldigheid

Om aan te tonen dat u voldaan heeft aan uw zorgvuldigheidsverplichtingen als een gebruiker van een genetische bron die binnen het toepassingsgebied van de EU ABS Verordening valt, dient u mogelijk een zorgvuldigheidsverklaring in te dienen. Een zorgvuldigheidsverklaring moet worden ingediend voordat het nieuw ontwikkelde product op de markt wordt gebracht of het product geregistreerd is in een door de EU erkend stamboek. Lees voor meer informatie over zorgvuldigheidsverklaringen: ‘DECLARE of geen DECLARE: wanneer een zorgvuldigheidsverklaring indienen?’.

Zie voor meer informatie over dierfokkerij en de EU ABS Verordening hoofdstuk 8 van Bijlage II en de eerder genoemde secties van de herziene EU Leidraad.