Monstername

A. Bemonsteringsvoorschriften grondmonsters

Voor een zorgvuldige monstername dienen de volgende zaken in acht worden genomen:

  • Voor bodemvruchtbaarheidsonderzoek wordt uitgegaan van 1 monster van maximaal 2 ha.
  • Het aantal steken bedraagt 40 per monster voor standaardonderzoek (P, K, Mg) en resp. 40, 20 en 10 steken per monster voor stikstof bij een bemonsteringsdiepte van resp. 30, 60 en 100 cm.
  • Bemonstering vindt plaats volgens een vast patroon (meestal via een zig-zag-lijn). Plaatsen met afwijkende samenstelling (o.a. kopakkers, slootkanten) moeten worden vermeden.
  • Om de invloed van een bemesting op de uitslag zo veel mogelijk te vermijden dient de bemonstering bij voorkeur plaats te vinden in de periode tussen de oogst en de volgende bemesting tenzij het onderzoek tot doel heeft het verloop tijdens het groeiseizoen te volgen (o.a. NBS). Monsters voor standaardonderzoek worden meestal in de herfst genomen. Monsters voor N-mineraalonderzoek worden op akkerbouwbedrijven meestal in de periode januari-maart genomen. Op vollegrondsgroentenbedrijven is het tijdstip afhankelijk van het zaai c.q. planttijdstip van de verschillende gewassen. Wanneer dierlijke mest is toegediend moet minimaal 6 weken worden gewacht met de bemonstering.
  • Voor standaardonderzoek wordt meestal tot 25 cm diep bemonsterd. De bemonsterings-diepte bij N-mineraalonderzoek hangt af van het gewas en grondsoort.

B. Bemonsteringsvoorschriften voor het nemen van bladsteelmonsters van aardappelen

  • De monsters moeten representatief zijn voor het gehele perceel.
  • Verspreid over het perceel of perceelsgedeelte worden tenminste 40 samengestelde bladeren geplukt. Van elke stengel wordt steeds het eerste volgroeide samengestelde blad van boven genomen. Dit is meestal het vierde of vijfde blad.
  • Bladeren van gelijke leeftijd verdienen de voorkeur, ook later in het groeiseizoen.
  • Aangezien levend materiaal zeer sterk en ook snel aan verandering onderhevig is, dient er naar gestreefd te worden de monsters in een korte tijd, bij voorkeur ‘s morgens vroeg, te nemen.
  • Vooral bij warm weer verdient het aanbeveling de monsters in een koelbox te vervoeren.
  • De bladeren worden bij voorkeur in een koele ruimte afgerist.
  • De monsters kunnen in de diepvries worden bewaard, echter na het ontdooien moeten ze direct worden verwerkt.